Zondagmiddag 2 februari 1997. Het waait en regent. Mijn paraplu slaat meerdere malen om als ik via het Noordeinde naar de Scheveningseveer loop.
Door een deur die slechts uit één dikke houten plank bestaat kom ik het café van COC Haaglanden binnen. Er blijkt onlangs brand te zijn geweest.
Ik meld me aan de bar voor mijn eerste shift als vrijwilliger bij de Soos 40+. Wat ik moet gaan doen is me nog niet duidelijk.
Een vriendelijke dame geeft me koffie, vraagt me om even te wachten op de coördinator die op dat moment boven zit en gaat verder met haar kletspraatje met enkele gasten.
Zachtjes speelt er muziek. Nogal oubollige vioolmuziek mag de sfeer verhogen. Ik ga eens kijken waar die vandaan komt.
Achter in het café vind ik de dj die, omgeven door cd’s met een hoog Mantovani- en Victor-Sylsvester-gehalte, zich nog net wakker weet te houden. Na even babbelen weet ik al dat, als hij een vervanger zou hebben die zijn taak zou willen overnemen, hij er voor het laatst zou zijn. Dat regelen we ter plekke. Hij verdwijnt, samen met zijn cd’s, terwijl ik uit een doos die in een hoek staat wat meer uptempo repertoire weet te halen. Nog voordat de coördinator beneden is klinkt er hedendaagse pop, waarna mij de schone taak rest hem mee te delen dat er zojuist een personeelswisseling plaatsvond. Zo, ik ben gearriveerd….
Mijn naam is Bart Didden, getrouwd met Alfred en wij wonen samen met kat Moortje. Huisie, boompie beessie dus. Ik ben 73 en werkte 45 jaar in diverse winkelbedrijven, waarvan de laatste 37 jaar bij AH. In 2011 ging ik eerst met de VUT en vervolgens met pensioen. Ik werk ruim 25 jaar als vrijwilliger bij COC Haaglanden. Ik begon als dj bij de Soos 40+. Al gauw kwam ik er achter dat COC Haaglanden elke woensdag een eetcafé heeft. Vanwege het feit dat ik bij de club vrijwilliger wilde worden om nieuwe mensen te leren kennen ben ik daar ook maar eens gaan eten. En de week daarop. En de week daarop. En de week daarop etc etc. Inmiddels leerde ik mensen kennen en zo werd woensdag eten in het COC vaste prik. Al vlug begon ik achter de bar mee te helpen, deed ik mee met de verzorging van het eetcafé en evolueerde tot café-beheerder.
De coördinator van de Soos 40+ stopte er mee en ik begon zelf, samen met een collega-vrijwilliger, de ouderensoos gestalte te geven. De taken verdeelden zich vanzelf. Hij nam de activiteiten voor zijn rekening en ik faciliteerde door het café te runnen.
Dát werd nu juist de kern van mijn werkzaamheden: helpen gestalte geven aan het exploiteren van het café. Toen ik met de VUT ging, ging ik in op een verzoek van het toenmalige bestuur om het café meer open te hebben. Doordat ik niet meer hoefde werken had ik de tijd om de winkel drie dagen per week open te stellen. Plus twee keer in de maand op zondag om de Zilveruitjes – de huidige ouderensoos – ruimte te bieden. Tijdens al die café-openingstijden verzorgde ik ook het eetcafé door zelf te koken.
Echter, e.e.a. deed me inzien dat ik geen echte Horeca-man ben. Ik kan inkopen, verkopen, procedure-matig werken en grenzen stellen. Voorbeeld: als er afgesproken is dat het café tot 23:00 open blijft, dan is dat ook 23:00. Niet toch maar tot 23:30 of 24:00 of zelfs nog later omdat het ‘zo gezellig’ is. Sorry, afspraak is afspraak.
Ik leerde dat het bij een organisatie als het COC iets anders loopt dan in een strakke lijn-organisatie als AH. Toch blijft de ‘rechtlijnigheid’ er nog altijd enigszins in bij mij. Deze hoort bij mij. Gelukkig kan ik deze nu naadloos verweven in de COC-bedrijfscultuur en hanteer ik de klok met iets meer flexibiliteit
In mijn tijd bij het COC zag ik onder meer vrijwilligers komen en gaan, besturen komen en gaan, werkgroepen ontstaan en verdwijnen, plannen ontwikkeld en niet uitgevoerd worden, ruzies gemaakt en weer bijgelegd worden en ALV’s in zowel rot- als prima sfeer gehouden worden. Als ik er op terugkijk lijkt het een kleurrijke wervelwind waarin de minder leuke momenten verdwijnen en overeind blijft dat ik me bij ons COC als een vis in het water voel
Maandagavond 7 november 2022. Op dit moment voldoe ik aan Talis’ verzoek om een stukje voor de COC-Haaglanden-nieuwsbrief te schrijven. Woensdag en donderdag a.s. ga ik voor de zoveelste keer naar de Scheveningseveer. Mijn werktijden bracht ik terug naar twee dagen per week omdat, vanwege – gelukkig kleine – gebreken die bij de ouderdom horen, me dit beter uitkomt. Maar tijdens die twee dagen per week doe ik nog steeds met plezier het café open, ontvang er graag mensen, kook ik de ene maaltijd na de andere, mag ik deel uitmaken van een leuke ploeg vrijwilligers, teken ik de terminals die leveranciers van bestellingen onder mijn neus duwen en vermaak ik me met meters en meters vuilniszakken, omdat ik de vuilafvoer er en passant bij nam sinds onze vaste schoonmaker enkele jaren geleden met pensioen ging.
Elke woensdag en donderdag vraag ik me af ‘wie ben ik dat ik dat mag doen?’ en voordat ik s avonds het pand verlaat zeg ik luidkeels ‘ik had het voor geen goud willen missen!’
– Bart Didden
Op deze post kun je niet reageren